Dans opdracht

Ik heb voor de dansstijl Russische vernieuwing gekozen omdat ik daar nog nooit van gehoord heb en ik zou er meer over te weten willen komen.

1. Het door mij gekozen Gesamtkunstwerk is De Parade van choreograaf Massine. 

a)

  • De choreograaf is Leonide Massine 
  • De titel van de compositie is De Parade
  • De componist is Erik Satie
  • De kostuumontwerper en decorontwerper is Pablo Picasso
  • Het scenario is bedacht door Jean Cocteau

b) Je kunt zien dat dit een Gesamtkunstwerk is doordat in het decor en kostuums schilderkunsten van Picasso te zien zijn en het effect van de gelijkwaardigheid van alle kunstdisciplines is dat het ballet net zo belangrijk is als de kunst in het decor en de kostuums.

c) Ik heb gezocht naar een hedendaags Gesamtkunstwerk, maar ik kon niks vinden.

2. Le Sacre du Printemps van Stravinsky

a)Choreograaf: Maurice Béjart, de eerste uitvoering was in 1959 in Brussel door het dansgezelschap Le Ballet du XXe siècle
Choreograaf: Vaslav Nijinsky, de eerste uitvoering was in 1913 en later in 1987 opnieuw uitgevoerd door het Joffrey Ballet
b) De choreografie van Maurice béjart bevalt mij beter dan de coreografie van Vaslav Nijinsky, omdat de dans mij meer aanspreekt. Het stuk van Vaslav Nijinsky heeft wel een mooi decor en kostuums, maar ik vind de keuze bij het stuk van Maurice om de kostuums en het decor eentonig te houden goed bij het stuk passen, omdat er heel veel dansers zijn en anders zou het te druk worden en zou het afleiden.

 

3. De Stervende Zwaan

a) Anna Pavlova werd erg beroemd met de dans de Stervende Zwaan omdat, de met haar genuanceerde bewegingen en haar intense gezichtsuitdrukkingen het publiek wist te overtuigen van de breekbaarheid van het leven.

b) Ik heb de uitvoering van Anna Pavlova vergeleken met de uitvoering van Uliana Lopatkina. Het verschil is van Anna Pavlova snellere bewegingen maakt en dat vind ik beter dan in de uitvoering van Uliana Lopatkina.

4. Appollon Musagete van Balanchine

a) Nadat Balanchine in Amerika aankwam maakte hij het eerste neo-klassieke ballet. Hij had enorm veel kennis vergaard van zijn tijd bij Les Ballets Russes, en verweefde de klassieke bewegingen in een dynamische choreografie. Dit concept was nog helemaal nieuw in Amerika, en daardoor wordt dit als het eerste Amerikaanse neo-klassieke ballet gezien

b) Ik heb gekozen voor George Balanchine's Concerto Barocco. De choreografie is duidelijk neo-klassiek, ik vond het vooral te zien aan de constante dynamiek. Alhoewel de meeste bewegingen er klassiek uitzagen, was alles vlug achter elkaar.

5

a) Wat Les Sylphides meteen onderscheidt van de ouderwetse choreografieën, is het gebrek aan een verhaal. Bijna elke ballet choreografie was tot in de eerste helft van de 20e eeuw gebaseerd op een verhaal, wat de dansers met hun lichamen vertelden, maar Les Sylphides niet. Dat maakte het toentertijd dus zo modern, het abstracte eraan, een dans geïnspireerd door enkel de muziek.
Aan de tutu's van de dansers is meteen te zien dat dit een 'balet blanc' is. In deze voorstelling beelden ze feeën of soortgelijke mythische creaturen uit. Opvallend is het gebrek aan uigebreide theatrale kostuums, wat zeker in de 20e eeuw gebruikelijk was. Zoals hier te zien is dragen ze enkel simpele bruidsjurk-achtige tutu's.
Michael Fokine, de choreograaf van de voorstelling, wordt door velen "The Founder of Modern Ballet"genoemd, door zijn moderne kijk op bewegingen, techniek en structuur van het ballet. Uiteraard heeft hij zelf ook bij balletgezelschappen gezeten, onder andere Les Ballets Russes, waar George Balanchine ook een tijd heeft gezeten.
Van dit gezelschap was bekend dat ze vaak een mordernere kijk op hun voorstellingen hadden, en hadden dan ook vaak een vernieuwende choreografie.
De voorstelling is gecomponeerd door Frédéric Chopin, een van de beroemdste poolse balletcomponisten. Mede door Chopin is de voorstelling iet gebaseerd op een verhaal, maar juist op de muziek. datis ook erg te zien aan hoe de dansers de choreografie uitvoeren, met lichte sprongetjes dansen ze op de muziek.

6. 

a) Nijinsky's choreografieeën vielen vooral op door de manier hoe hj zijn artistieke ideeën, die destijds als taboe werden gezien, uitte in de dans.
Zelf vind ik dat Martha Graham en Nijinsky met elkaar in gemeen hebben, dat ze allebei nieuwe dingen uitprobeerden, dingen die niet altijd geaccepteerd waren, maar toch in hun voorstellingen aanschouwd werden. Dit gaf op een bepaalde manier ook risico's met zich mee, omda het door het publiek niet altijd als fatsoenlijk werd gezien.